De Zilveren Weken Unlocked: een beter begrip van groepsvorming na Lockdown
In het voortgezet onderwijs zijn de scholen een weekje onderweg, in het primair onderwijs zitten de eerste twee weken van het nieuwe jaar er alweer op. Wat is er nou wezenlijk anders aan de huidige periode en hoe kun je daar concreet op inspelen? Graag help ik je op weg.
“Krankzinnigheid in individuen is iets uitzonderlijks - maar in groepen, partijen, volkeren en tijdperken is het de regel (Friedrich Nietzsche)”
Ken je dat fenomeen? Individueel zijn het engeltjes, maar in de groep zijn het bengeltjes, of erger.
Elke groep heeft zo zijn subgroepjes met kinderen die herkenning vinden bij elkaar en het goed hebben samen. Maar tijdens lockdowns en perioden met naar huis gestuurde klassen of klassen met een 50-50 aanwezigheidsverdeling, wordt de natuurlijke gang van zaken telkens overhoop gehaald.
Waar je met De Gouden Weken een fundament hebt gelegd voor een groep die kiest voor positieve normen en extra geïnvesteerd hebt in ouderbetrokkenheid, vraagt deze periode om iets anders.
Wat je ziet is dat kinderen en jongeren die al naar elkaar toetrokken, dat tijdens perioden met lockdowns nog meer doen. Had je al moeite om erbij te horen, een beetje mee te komen, dan is de kans groot dat je daar nu nog meer moeite mee hebt. Want waar de schoolomgeving een vanzelfsprekende ontmoetingsplek was, moet er nu gericht initiatief genomen worden of actief contact onderhouden worden.
Sinds de coronapandemie is het opvallend hoe groot de verschillen zijn in de ervaringen met pesten. De trend lijkt te zijn dat er online veel meer gepest wordt, dan dat scholen (willen) zien of doorhebben.
Bij de (aller)jongste kinderen spelen de groepsacceptatieprocessen in mindere mate en hebben volwassenen (ouders/leerkrachten) een flinke vinger in de pap. De acceptatie binnen de groep is daarin grotendeels afhankelijk van de acceptatie door de leerkracht. De keuze voor een vriendje of vriendinnetje om mee te spelen, wordt mede geregisseerd door de ouders. Maar vanaf de middenbouw wordt de acceptatie door de groep steeds belangrijker, met een piek in de puberteit. Bovendien wordt de online leef- en communicatiewereld van kinderen steeds groter.
Het gevolg hiervan is dat tijdens langdurige perioden zonder fysiek onderwijs, bondjes steeds hechter worden en dat bepaalde leerlingen daar de dupe van kunnen worden. Als je dan na zo’n periode plots weer de school als ontmoetingsplaats hebt, zal je gemerkt hebben dat er (voor de zoveelste keer) sprake is van de nodige onrust.
Verschil tussen kinderen, kan leiden tot angst en angst kan leiden tot conflict en dus pesten. In haar onderzoek naar de modellen van Tuckman en Bion, ontdekte Wheelan dan ook dat er in een storm- of conflictfase tegenstrijdige belangen spelen. Enerzijds wil je erbij horen, anderzijds wil je ook als individu erkend worden en eigen zijn. Dit spanningsveld maakt dat sommige leerlingen ernaar neigen om twee vliegen in één klap te slaan: ten koste van anderen je plek in de groep (of het subgroepje) veilig stellen en daarmee meteen je individualiteit te tonen.
Nou is onrust halverwege een lesjaar niet ongewoon en zeker na een lockdown-/vakantieperiode waarin de groep (helaas) opnieuw moet settelen. Gersick toonde aan dat groepsonrust in zekere zin een circulair terugkerend fenomeen is, na een periode van status quo. Dus onrust an sich is niet erg.
Wat je (opnieuw) wilt bereiken is dat de groep verschil accepteert, eigenaarschap toont bij het uitdragen van positieve groepsnormen en wederzijdse afhankelijkheid ervaart.
Hoe dan?
Begin met de angst voor verschillen weg te nemen, bijvoorbeeld met waardenspelletjes (ganzenbord, kaartspel) zodat de kinderen leren dat verschil ok is. Tegelijkertijd kun je competitieve werkvormen inzetten waarin je ruimte maakt voor conflict: samen strijden en omgaan met verlies in (continu door)wisselende samenstelling.
Een leuke manier is bijvoorbeeld het good old touwtje trekken of een potje krijtvoetbal, een werkvorm beschreven in mijn boek, net als de overige voorbeelden trouwens. Vervolgens zet je werkvormen in waarin je wederzijdse afhankelijkheid leert ervaren. Een hele mooie oefening om dat te doen is de Cup Stack Challenge, ook online makkelijk vindbaar. Hierbij moet je ontzettend goed afstemmen met je duo-partner om een kopje aan de hand van elastiekjes goed te kunnen stapelen, liefst zodat het een piramide wordt. Maar als duo draag je ook weer bij aan de groepsopdracht (al kun je hiermee variëren). Een vergelijkbare werkvorm is Over de Dikke Mat.
Vervolgens blik je terug op wat je wilt houden, wat werkt en vatbaar is voor herhaling, om tenslotte vooruit te blikken op wat aandacht en onderhoud behoeft en hoe daar vorm aan te geven. Dat kun je bijvoorbeeld doen aan de hand van de terugblik werkvormen (met een letterlijk blik), zoals beschreven in De Zilveren Weken en ook wel terug te vinden in Praxis Bulletin.
Om te zorgen dat je als groep optimaal floreert kun je dan aan de hand van de oplossingsgerichte Werken aan Wat Werkt methodiek met schaalvragen een vervolg geven aan de vooruitblik. Het leuke is dat je daarmee meteen weer aandacht hebt voor het individu binnen de groep en de groep als geheel. Want dat is de ontwikkelingstaak van deze groepsfase; leren ervaren dat je wederzijds afhankelijk bent van elkaar om te floreren als groep, zowel in didactische als pedagogische zin.
Mocht je toch weer noodgedwongen uit het online vaatje moeten tappen, ook dat hoeft geen bezwaar te zijn. In De Zilveren Weken vind je volop energizers die je online in kunt zetten of werkvormen die met een klein beetje bijschaven, prima online uit te voeren zijn.
Als dat lukt, zul je merken dat jouw klas na een week of vier ook weer in rustiger vaarwater terecht komt.
Mocht het nou aanhoudend onrustig blijven, observeer dan eens goed wat er in je klas gebeurt of nodig iemand uit om dat voor je te doen. En denk dan juist ook aan momenten dat je er even niet bij bent en tijdens de minder gestructureerde momenten zoals de leswisselingen en tijdens pauzes. Een leuke tool die Rene van Engelen in Bouwen aan je Groep toont is de Quickscan positieve / negatieve groep, waarmee je kunt zien of de diverse rollen binnen jouw groep aanwezig zijn of dat er het nodige aan ontbreekt.
In het laatste geval is het goed om bij vermoedens van onveiligheid of pesten, een sociogram af te nemen. Daarbij kun je ook als kinderen sociaal wenselijk antwoorden op vragen over pesten, alsnog goed kijken wie elkaar kiezen en wie niet of nauwelijks gekozen wordt, afhankelijk van de vraagstelling (spelen/werken et cetara. En ja, ook voor het voortgezet onderwijs zijn er sociogrammen). De kunst is dan om in gesprek te gaan met diegene die nauwelijks gekozen wordt en afhankelijk van de leeftijd, ook met de ouders.
Als dan inderdaad blijkt dat iemand buitengesloten of gepest wordt, kun je een anti-pestaanpak inzetten. Daarbij prefereer ik zelf de Steungroepaanpak of No Blame methode, die ook wel binnen KiVa wordt beschreven, juist omdat je dan de krachten binnen je groep/klas positief aanspreekt.
De steungroep stel je dan mede samen met kinderen of jongeren die goed liggen binnen meerdere subgroepjes, de potentiele bruggenbouwers. Maar kies vooral de methode waar je achter staat en die bij jou op school gehanteerd wordt.
Overigens heeft Wheelan ook laten zien dat niet elke groep altijd alle fases met goed gevolg weet te doorlopen. Dus het kan zijn dat je op de één of andere manier toch blijft hangen in een onrustiger fase, waar het een vorig of volgend schooljaar wel lukt(e).
Bedenk dat niet alles maakbaar is.
De wereld is onrechtvaardig. De wereld is geen leuke plek. De wereld is onveilig.
Kom je als kind uit een gezin met de nodige psychosociale problematiek dan heb je het extra zwaar tijdens lockdowns en nee, dan is de hand met kaarten die je toebedeeld krijgt, een mindere. Dat is zo.
Dat neemt niet weg dat er ook momenten zijn van rechtvaardigheid, van plezier en een gevoel van geborgenheid.
En ergens binnen dit spanningsveld oefenen we met vallen en weer opstaan.
Kijk dus niet weg en pak in deze fase als groepsleider (= docent) invloed en regie, probeer jouw leerlingen vooral de mooie kant van de wereld te laten ervaren, maar denk niet dat jij faalt als het ondanks alle inspanningen in je groep niet zo wil vlotten en je je kont nog niet keren kan om het volgende brandje te blussen. Immers, nog nooit was de uitdaging groter dan nu.
Veel succes!
Boaz Bijleveld
Comments