Blog VIII - Bye Buy Bali
Soms heb je van die momenten dat alles op zijn plek valt. Zoals toen ik de hotelkamer in Seminyak binnen stapte en de Philips radiowekker ontdekte met aansluiting voor mijn (sterk) verouderde Ipod. Niet alleen een stukje Hollands Glorie op de Oost, maar ook nog eens klinkende beats tot mijn beschikking. En werkende WiFi.
Dat laatste ontbrak grotendeels in onze tropische villa in het Noorden, waardoor ik mijn aandacht meer op het schrijven ben gaan richten en gestopt ben met het plaatsen en uploaden van blogs via mijn website.
Heerlijk dus, die momenten waarop je schaamteloos een portie Vlaamse frites bestelt. In mijn geval dan wel weer met de (echte) babi pangang, om niet geheel uit de toon te vallen.
U begrijpt, na een kleine maand in de jungle hoog in de bergen en tussen de rijstvelden, met af en toe een tripje tussen het schrijven door, werd het tijd om in stijl af te sluiten. Schaamteloos shoppend dus. Zelfs de hotelkussens gingen mee terug naar Nederland.
Het was hier fantastisch.
In Nederland. Naar verluidt. Schoorvoetend moet ik toegeven dat ik zelfs enige sympathie voor Trump begon te krijgen, toen ik het nieuws op zijn merites beoordeelde en vaststelde dat ook Nederland onderhevig is aan Fake News. Mijn vriendin en ik waren nog niet terug in ons koude kikkerlandje of het begon te plenzen. Ik had meteen mijn eerste verkoudheid te pakken, mijn vriendin een griepje. En tot op heden is de regen nooit meer opgehouden. Hittegolf in Nederland. Duidelijk Fake News.
Liever denk ik terug aan Bali. We hebben vrienden gemaakt, daar in het Noorden. Pedro. Zo noemden we hem, de zwerfhond die zich met behulp van banaantjes, stukjes toast en restjes kip gewillig door ons liet temmen. Elke ochtend wachtte hij keurig netjes voor de ingang, totdat het personeel verdwenen was, dat net zoals veel Balinezen weinig met honden opheeft.
Maar ook Zaza, de kleine kakkerlak uit Pluk van de Petteflet kwam voorbij. Onaangekondigd helaas, waardoor mijn vriendin hem gillend uit haar handdoek moest schudden tijdens het afdrogen. Na een minuut of vijf besloot ik maar op het geluid in de badkamer af te komen om tot mijn opluchting vast te stellen dat het niet om een vogelspin of iets met constrictor in zijn naam ging. Aan inspiratie geen gebrek.
Mocht het schrijven van mijn roman (met thriller elementen) naar meer smaken, dan speelt het vervolg zich af in een afgelegen huisje ergens in Bali. Je weet nooit wat je hoort ’s nachts, daar beneden in de open woonkamer, laat staan wat je aantreft ’s ochtends in de keuken. Lege bananenschillen bijvoorbeeld.
Thomas heeft uiteindelijk ook zijn weg gevonden. Wellicht zou uitweg een beter woord zijn, maar dat laat ik aan de lezer over. Misschien weet hij zichzelf met zijn jeugd te verzoenen. Zoals de Balinezen gedaan lijken te hebben ondanks de erfenis waar de V.O.C. ze mee heeft opgezadeld. En dan bedoel ik niet alleen het cultureel erfgoed met enkele gebouwen in koloniale stijl. Een mooie façade voor een lelijke periode, waar we desondanks een deel van onze welvaart aan te danken hebben.
Dat is het dubbele. Aan het leven. Wat een tropisch paradijs voor de één is, kan voor de ander een doodlopende weg betekenen. Ik zie dat graag terug in een roman. Met of zonder happy end.
240 pagina’s in Word. Ik heb geen idee of dat veel of weinig is. Het verhaal is af en nu begint het pas. Herschrijven, tegenlezers inschakelen, spelen met de volgorde van de verschillende tijdsperiodes. Een flashback, een flashforward of toch gewoon de chronologische volgorde?
Daar neem ik rustig de tijd voor. Soms moet iets rijpen. Net als onze nieuwe bank bijvoorbeeld die tot onze schrik poepbruin blijkt maar die, zo hebben wij ons laten verzekeren, na verloop van jaren door de werking van het licht en het gebruik toch echt zijn doorleefde cognackleur zal krijgen. Met de jaren zal hij alleen maar mooier worden.
Intussen bevalt het bloggen me prima. Ik zal met enige regelmaat een update plaatsen, zodra ik weer wat te melden heb of als er iets leuks opborrelt. Misschien tweewekelijks, misschien tweemaandelijks of iets er tussenin.
De afgelopen perioden heb ik leuke connecties opgedaan, met name via de sociale media. Wat zijn er toch een leuke initiatieven en bevlogen schrijvers op deze wereld. Zo veel boeken die ik nog wil lezen of wil schrijven en zo weinig tijd.
Next stop: Dichters in de prinsentuin, Groningen.
In de auto onderweg luister ik vaak naar Joe Speedboat, pure poëzie van Tommy Wieringa. Daarnaast staat Animal Farm van George Orwell met stip bovenaan mijn leeslijst samen met het spannende boek Eden van J. Sharpe, een Nederlandse schrijver met dyslexie.
Zo zie je maar. Waar een wil is, is een weg.